veni, vidi, fietsie

goegelengels en naaktslakken

Toen ik naar Sardinië fietste, had ik op m'n mobieltje een app waar ik de naam alweer van vergeten ben, en die stuurde je lokatie om de zoveel tijd door naar goegeldrive. Iedereen die de inloggegevens had, kon dan op een goegelmeps kaart zien waar je uithing. In mijn geval had maar één iemand die gegevens, en die keek elke dag wel een paar keer waar ik uithing.
Met de satellietkaart kan je goed zien hoe het er van boven uiziet, en mijn meevliegende volgster noemde zichzelf dan ook de Goegelengel. Het is heel leuk als je af en toe commentaar krijgt via de sms dat het er tof uitziet waar je fietst. "Ik zie dat je op de steiger aan een meertje zit. Heb je je sandalen aan of uit?", dat soort werk.

Als je lang gaat fietsen krijg je ook een speciale band met de berm. Sommige bermen zijn toffer dan andere. De fijnste bermen vind ik de bermen waar anijs groeit. Af en toe wat zaadjes losrukken, ze fijn wrijven en op je bovenlip smeren. Het is dan net of er iemand bevallen is, ergens, wat overigens meestal ook wel klopt als je het allemaal wat breder ziet. En dat zie je op een fietszadel eigenlijk al vrij snel.

Want als je een beetje doorfietst, dan ga je op een bepaald moment dopamine of endorfine of allebei of zo aanmaken. Ik liep daarnaast op pure chocola met hazelnoten. Die combinatie met nog wat half doorwaakte nachten op lawaaiige campings, maakt dat je soms behoorlijk waus op je fiets zit. Het is echt trippen, dan. Als ik m'n zonnebril (van de Aldi) afdeed dan leek het net alsof ik vlak op de weg zat, en als ik 'm ophad dan vloog ik er een paar meter boven. Dat is geen onplezierige gewaarwording, dus probeer je niet te ergeren als ze diep in de nacht met hun flipflops naar de plee klepperen langs je tent.

naaktslakken vanaf hier

Wie naar het buitenland rijdt, komt vroeg of laat naaktslakken tegen. Als je toch al wat beneveld rondrijdt, dan is het feit dat die beesten op de rijweg meestal onderweg zijn naar geplette soortgenoten om die op te eten, een erg indringende ervaring. Je kunt twee dingen doen: ze proberen te ontwijken, of er voer van maken voor hun kanibale soortgenoten. Het hangt dan een beetje van je stemming af welke weg gekozen wordt. Omdat ik een nogal plakkerig profiel op m'n banden had en diep van binnen toch geen kwade jongen ben, reed ik er meestal omheen.
Wel werd ik dan kwaad op omgekrulde blaadjes die net deden alsof ze een naaktslak waren.

Je maakt wat mee onderweg, hoor, maar het is ook een beetje wat je er zelf van maakt.

Sommige mensen nemen graag iemand anders mee. Dat idee is eigenlijk nooit bij me opgekomen, totdat allerlei bezorgde pensionada's uit campers begonnen te stappen, me indringend aankeken en dan vroegen: "En doe je dat allemaal in je eentje?". Alsof je volledig gestoord ben of zo. "Nee hoor mevrouw, ik doe het samen met mijn Trek", zei ik dan, me pas halverwege de reis realiserend dat je die hoofdletter niet hoort en dat misschien ook niet iedereen weet wat een Trek is. Zeker niet als ze zich in een camper voortbewegen, hetgeen in mijn ogen toch vooral een voorportaal van de dood is wanneer er geen surfplanken op liggen. Maar het antwoord was meestal wel voldoende om het onderwerp op iets anders te brengen.

Meestal bieden ze je ook wel iets te drinken aan. Voor het slapen gaan zegt ze dan tegen haar man "zielig hè zo'n vent helemaal alleen op pad?" en die echtgenoot denkt dan "godverdomme, ik wou dat ik het nog kon." Dus je komt ook veel leed in de wereld tegen, onderweg, maar de volgende dag zijn er altijd wel weer 100 kilometers om dat allemaal een plekje te geven.

Dit waren zo maar wat gedachten en opmerkingen bij fietsreizen.