De laatste innovatie in fietsenland, waarvan je zegt: ja zo hee poepoe, dat is toen ze mountainbikes bedachten in de VS. Gingen ze ineens aluminium gebruiken voor fietsen. Er waren al eerder pogingen gedaan met dat materiaal, maar dan met buizen die net zo dik als stalen waren en dat werkte niet. Van aluminium moet je drie keer meer gebruiken om dezelfde sterkte en stijfheid als staal te krijgen.
Maar met MTB's, met die oversized buizen, kon je wedstrijdjes rijden op plekken waar een normale fiets niet eens kon komen. Het is een van de verworvenheden van het hippietijdperk waar ik serieus blij van word en bovendien gedocumenteerd dus ga dat kijken want ze hingen die fietsen toen ook al vol tassen.
Het zijn fietsen die behoorlijk wat kunnen hebben. Hieronder staat mijn - inmiddels overleden snik - innovatieve 13 jaar oude MTB van 330 euro net te doen alsof-ie een trekkingfiets is.
Die dikke buizen geven stijfheid aan het frame. Als je gaat zoeken op wat een goed trekkingframe is, dan wordt je doodgegooid met de term stijfheid. Het gaat dan vooral om krachten op de zijkant van het frame. Als je bij een fiets op de rechtertrapper gaat staan, gaat het frame een beetje naar links buigen. En omgekeerd. Sommige mensen worden daar ontzettend zenuwachtig van. Die denken dat die energie verdwijnt, en dus niet gebruikt wordt voor de voortstuwing. Er is nog niemand opgestaan die met zekerheid heeft kunnen zeggen waar die energie blijft. Er gaan dan ook stemmen op dat je met een iets soepeler frame lekkerder bergop rijdt dan op een erg stijf frame en dat ook met cijfers uit de praktijk proberen te bewijzen.
De voordelen van een superstijf frame is dus niet echt een onderwerp waar iedereen het over eens is. Wat wel klopt, is dat je aan een heel slap frame niet heel veel bagage moet gaan hangen. Het voorwiel staat tijdens het fietsen door de krachten op het frame niet meer mooi in lijn met het achterwiel. Daardoor wordt je fiets minder goed bestuurbaar.
Er is iets anders dat er ook mee te maken heeft en dat is dat een fiets in resonantie kan raken. De officiële term is shimieën. Je fiets begint dan bij een bepaalde snelheid te schudden door torsiekrachten in het frame. De theorie is, dat dat bij een stijver frame minder snel (bij een hogere snelheid) gebeurt. Het overkwam mij in 2013 van de ene op de andere dag, toen ik al ruim 6 weken zonder problemen op pad was. Het optreden er van is een combinatie van factoren. Mijn achterband zat niet helemaal lekker in de velg, ik was zelf fors gewicht verloren en had ook de indeling in m'n fietstassen aangepast.
Hoe meer gewicht je als bagage hebt, hoe groter de kans dat dat soort verschijnselen optreden en ook bij heel dure fietsen komt het voor. Als je er last van hebt, moet je experimenteren met het gewicht. Hoe minder bagage, hoe kleiner de kans dat het gebeurt. De zwaarste dingen moeten ook niet aan de buitenkant van je tassen, maar onderin en zo dicht mogelijk bij de fiets.
In mijn ervaring is vooral de gewichtsverdeling in de voortassen bepalend voor het optreden van deze trillingen. Probeer die zo laag en licht mogelijk te houden; dat stuurt ook fijner. Enig gewicht aan de voorkant kan helpen tegen trillingen, terwijl een stuurtas dan weer een erkende veroorzaker van deze problemen is. Als je een tas achterop hebt, doe dan de zwaarste dingen zo ver mogelijk naar voren.
Voor me eennalaatste tochtje (met 31 kilo bagage) had ik een andere bagagedrager aangeschaft. Ik vond het lastig om de zijtassen eraf te halen als de tenttas erboven op zat omdat die tas dan over de randen van de drager puilde. Er zijn bagagedragers in de handel waar je zijtassen aan een extra stangetje onder de rand van de bagagedrager hangen ipv aan die rand zelf. Het zwaartepunt komt daarmee ook lager te liggen en dat scheelde spectaculair met shimieën. ook m'n voordrager kon 5 centimeter lager, bleek. Waar ik voorheen met diezelfde bagage soms trillingen merkte als ik op me ligstuur ging liggen, waren die nu volledig verdwenen.
Ik kan bergaf met 30 kilo bagage met losse handen rijden als ik dat zou durven (wat soms zo is).
Wat ook kan helpen is een voorvork met een grotere veerweg. Je balhoofdhoek verandert dan, en dat kan ertoe bijdragen dat je fiets zich minder nerveus gedraagt.
Een ander ervaringsfeit is dat een hele stijve bagagedrager juist eerder resonanties lijkt op te wekken dan een 'normale'. Er zijn fabrikanten van hele dure fietsen die speciale superstijve bagagedraagconstructies voor achter hebben bedacht, maar in de praktijk blijkt dat ook juist geschommel in de hand te kunnen werken. Als je er last van hebt moet je gewoon wat experimenteren met bovenstaande opmerkingen als uitgangspunt.
Een MTB is vooral gebouwd om klappen van het wegdek (of eigenlijk van het gebrek daarvan) op te vangen, dus van onder naar boven. Dat heten radiale krachten. De krachten op de zijkant van de fiets door het ronddraaien van de pedalen waren bij het ontwerp minder belangrijk. Er is bij het ontwerp van een MTB niet speciaal rekening gehouden met deze axiale krachten, maar door de dikte van de buizen is een doorsnee MTB frame er niet veel gevoeliger voor dan een veel duurder aluminium trekkingframe.
Je merkt het wel als je er 25 kilo bagage aanhangt. De fiets voelt wat wiebeliger. Als je dit met een omafiets en dezelfde bagage zou proberen, dan zou het frame zomaar kunnen knikken. De dikke buizen van een MTB zorgen voor voldoende stijfheid om er ook met een hele berg bagage prima op te kunnen fietsen. Bij goedkope MTB's is er bij de bouw ook niet heel erg op gewichtsbesparing gelet, en dat is dus voor trekkingdoeleinden alleen maar positief omdat de buizen dikker zijn uitgevoerd dan bij de topmodellen.
Het fietst met bagage natuurlijk anders, en als ik opstap voor een reisje denk ik ook nog steevast jezis waar begin ik aan, maar na 20 kilometer merk je het niet meer. Tenzij je voor een verdwaalde kutpierenee woont, dan wel.
Er gaat een hardnekkig gerucht rond op de web dat je op een MTB altijd met je hielen tegen je achtertassen aankomt wegens korte achtervorken en dat dat oude 26" MTB-frames ongeschikt maakt als trekkingfiets. Ik heb maat 47 en heb er ook met 175 mm cranks geen problemen mee, dus dat is flauwekul. Er staat je dus weinig in de weg om van een oude MTB met 26" wieltjes een trekkingfiets maken. Wat moet er gebeuren?
Je hebt minstens één bagagedrager achter nodig. De meeste gewone ouwe MTB frames met het bouwjaar rond 2000 hebben nokjes in de staande achtervork en gaatjes bij de padden waar de as van je achterwiel inzit. Zo'n frame moet je dus hebben. Op Trekframes heb je levenslang garantie, dus het is moeilijk om je er een buil aan te vallen. Je kunt er goedkoop een 26" bagagedrager voor vinden. De voorkant is een ander verhaal. De meeste MTB's hebben verende voorvorken. Die zijn zwaar, en bij het klimmen gaan ze deinen: de kracht op de pedalen verdwijnt gedeeltelijk in de voorvork.
Aan het gewicht is in zoverre iets te doen dat er twee maten van binnenbuizen zijn bij verende voorvorken: 1" en 1 1/8 ". De dikkere is zo'n 300 gram zwaarder, dus met 1" buizen ben je lichter uit. Die zijn stevig genoeg voor trekking en dan kan je het off the road ook nog behoorlijk bont maken. Veel van die voorvorken hebben tegenwoordig een "lockout" een knopje op de vork of een handeltje aan het stuur waarmee de vork kan worden geblokkeerd. Die variant is vaak wat duurder. Ik vind het niet zo erg dat m'n fiets een beetje deint als ik omhoog fiets. Het valt alleen op bij hele steile hellingen waar je met een heel klein verzet omhoog moet. Die nadelen wegen volgens mij niet op tegen de voordelen:
- je vork vangt heel veel klappen op van het wegdek die anders in je balhoofd, je frame, je armen en je nek terecht zouden komen. Het is dus voor fietser en fiets comfortabeler.
- je kunt je voorband keihard oppompen zonder aan comfort in te boeten, de rolweerstand is daardoor lager.
- je voorwiel houdt ook op slecht terrein goed contact met de ondergrond. Een vaste voorvork gaat stuiteren, waardoor je met zo'n vork vooral in bochten eerder onderuit gaat.
- de putten in het wegdek in het buitenland die je niet ziet, maar er wel zijn, hebben minder impact op je band, velg en spaken omdat de vering de grootste klap opvangt.
Iedereen die een trektocht gaat maken heeft vroeg of laat de gedachte "had ik nu maar een verende voorvork"; ik heb nog nooit gedacht "had ik nu maar een starre voorvork".
De goedkope voorvorken, tot een euro of 80, doen hun werk voornamelijk met stalen veren die ondersteund worden door elastomeren. Met elastomeren bedoelen ze kunststoffen die ingedrukt kunnen worden. Dure voorvorken maken gebruik van luchtvering en/of demping met olie. Omdat die kunnen gaan lekken, moeten ze veel onderhoud. De luchtdruk moet op peil worden gehouden, en de o-ringetjes die voor de afdichtingen zorgen, moeten regelmatig gecontroleerd. Een goedkope voorvork heeft die problemen niet. Als je 'm uit de regen houdt, dan is er weinig onderhoud nodig.
Goedkope 1" voorvorken zijn eigenlijk ongeveer het mooiste dat je kan overkomen. Ik heb inmiddels wel stiekem een afgeprijsde goedkope Roksjoks voorvork gekocht. De ouwe doet het nog goed genoeg voor het forenzen, maar is eigenlijk wel gesloopt in het Oostblok de afgelopen reis. Mijn eerste aanvaringen met het oliebad dat Roksjoks heet, staan hier.
Als je de voorvork gaat vervangen en je kan iets voor 26" te pakken krijgen, nog, dan krijg je er waarschijnlijk een grotere veerweg bij. Ouwe verende voorvorken hebben een veerweg van 80 mm; modernere varianten een paar centimeter meer. Dat betekent dat als je je voorvork vervangt, je balhoofdhoek kleiner wordt. Dat heeft als voordeel dat je naloop groter wordt en daardoor rij je lekkerder rechtuit. Het stuurgedrag wordt "minder nerveus", hetgeen voor trekkingfietsen over het algemeen als een voordeel wordt gezien.
Om dezelfde zitpositie te handhaven moet je wel een gelijk aantal centimeters als de veerweg groter is aan spacers onder je voorbouw kunnen verwijderen (of een voorbouw met een andere/verstelbare hoek aanschaffen). Je kunt ook nog een smallere band voor dan achter monteren. 3mm verschil in bandbreedte scheelt al snel een centimeter in hoogte.
En je zadel moet meer voorover omdat je fiets iets meer naar achteren helt.
Er is wel nog een ander nadeel aan verende voorvorken waar ik het mee eens ben: er kan geen lowrider op. Een lowrider is een gebogen buis waar je je voortassen aan kan hangen en die met boutjes aan een starre voorvork wordt geprikt. In een verende vork is het lastig gaatjes prikken, maar daar zijn beugels en opzetoogjes voor bedacht. Er zijn ook speciale dragers bedacht. Die zijn er in 2 varianten: de soort die je bagage laat meeveren (15 kilo extra belasting voor je vorkveer) en dragers die dat niet doen. Die van het merk old man mountain zitten in die laatste categorie en hebben dus als voordeel dat het veergedrag van je vork praktisch ongewijzigd blijft.
Ze werken met een extra lange snelspanner voor je vooras en twee extra lange boutjes voor je cantilevernokken. Dat zijn de nokjes waar de armpjes van je velgremmen op draaien. Die armpjes zitten vast met twee boutjes en de bevestigingspunten van de voordrager komen daar ook op te zitten. Die voordragers die kosten wel wat; ik weet niet meer hoeveel, maar ze doen het prima.
Sinds emgineering ze niet meer verkoopt is er volgens mij geen Europese importeur meer van die dingen.
Als je met een MTB echt een stuk wilt gaan fietsen, dan moet je eerst de noppenbanden er afhalen en iets zoeken met minder profiel. Dat scheelt 10% op de rolweerstand. Ik kom in Nederland altijd vroeg of laat op een ruiterpad terecht, en dan wil ik ook nog kunnen fietsen. Dan moet je wel iets van profiel hebben. Er zijn een paar banden die een glad "semi slick" loopvlak hebben, waardoor je lekker door kan scheuren op de weg, en aan de zijkant een profiel dat ook op zacht terrein voor grip zorgt. Ik had jaren geleden al bedacht dat die noppen niet lekker rijden op een gewoon fietspad. Dus toen ben ik naar een fietsenmaker op de hoek gegaan. Hij zei dat hij nog wel "een paar rotbanden" had liggen. Voor 15 euro mocht ik er twee meenemen. Het waren Vredestein Carraterra's, een band die inmiddels al meer dan 10 jaar niet meer gemaakt wordt. Ze zijn lekker breed, 47 mm, en ze zien er nog behoorlijk MTBachtig uit. Brede banden rijden lekkerder.
Ik heb op die "rotbanden" duizenden kilometers in veel verschillende landen met heel veel plezier gereden en maar vier of vijf lekke banden gehad. Zoals je op de foto kan zien, hebben ze als enig nadeeltje dat er altijd kleine steentjes in het profiel blijven hangen en die tikken op het wegdek. Dus ik stond dan regelmatig steentjes te pulken aan de kant van de weg als het me stoorde.
Toen ik er mee terugkwam uit Sardinië ben ik gelijk naar die fietsenmaker gegaan om de laatste twee ook te kopen.
Ik verkeerde lang in de veronderstelling dat je banden niet langer dan een jaar of 8 kan bewaren zonder dat het rubber aangetast raakt. Dat klopt alleen als ze worden blootgesteld aan direct zonlicht. Ze gaan dan eerder scheuren aan de zijkant, dus ik doe er geen lange tochten meer op. Inmiddels heb ik begrepen dat rubber (mits in het donker bewaard) met de jaren ook taaier wordt en dus beter bestand wordt tegen lekrijden. Ik ben in 2016 met die ouwe Carraterra's heen en terug naar de Oekraïne gefietst en terug en ze hebben het echt uitstekend gedaan want ik had maar drie lekke banden op bijna 6000 kilometer waarvan 1 omdat er een takje in de buitenband bleek te zitten van een eerdere plakoperatie dus die telt niet mee.
Ik had voor de tocht in 2015 naar Kroatië Travelcontact banden van Continental gekocht. Ik had al een tijdje Topcontact banden van Conti op m'n stadsfiets en die geven geen problemen. En die Travelcontacts lijken nog het meest op m'n Vredesteins. De maximale bandenspanning voor de 47mm brede band is 1,5 bar hoger dan van de Vredesteins en het grove profiel zit ook hoger op de zijkant, dus ik verwacht dat ze een heel poepie lichter rollen. Niet dat het me heel veel interesseert, want op het laatst kom je toch wel waar je wezen wilt en ik fiets op reis ook niet om records neer te zetten.
Inmiddels heb ik ondervonden dat ze aanmerkelijk lichter lopen, maar ook minder comfortabel zijn. Omdat de Carraterra's nu echt op zijn denk ik nu over de travelcontact 50-556 waar maar 4 bar maximaal in mag. De 47-556 is er overigens ook in een vouwband uitvoering en we weten van de Schwalbe Mondial dat dat doorgaans een steviger zijkant oplevert hetgeen nogal een probleem is bij alle Continentalbanden: de zijkanten slijten onevenredig veel sneller dan het loopvlak.
MTB's hebben rechte sturen en van die mooi ronde handvatten. Die combinatie sloopt op termijn je polsen. Een stuur met een bochtje erin en twee nieuwe ergonomische handvatten voorkomen dat. Door die hoek in het stuur zitten je polsen in een meer natuurlijke stand en door de handvatten lopen je polsen recht als je er overheen kijkt. Er zit dus niet langer een knik tussen hand en onderarm, en dat is de crux. Zo'n stuurtje kost een tientje en die handvatten zo duur als je het zelf wilt maken. Het is dom om er op te bezuinigen als je serieuze afstanden gaat rijden.
Andere factor is dat door die hoek in je stuur meer rechtop komt te zitten. Dat zorgt voor meer gewicht op je kont, en minder op je handen. Als je liever sportief dan bejaard op je fiets wilt zitten met een gebogen stuur dan is een iets te groot frame handiger dan een iets te klein frame.
Ook handig zijn van die handlebars met een bochtje. Je kunt dan je gewicht wat verder naar vooren verleggen en je handen staan ook anders op je stuur. Al naar gelang de staat van je achterwerk en je polsen is afwisseling op lange tochten echt noodzakelijk.
Ik heb ook een ligstuurtje van een formaat dat er net niet helemaal debiel uitziet op een MTB. Als je 20 km per uur rijdt en je gaat op dat stuur liggen, dan scheelt dat 1-2 km per uur, bij 30 2-3km en bij 40 weet ik niet want dan vind ik het te eng. De luchtweerstand is de voornaamste vijand van de fietser en zo'n ligstuurtje kan daarom een efficiënte manier zijn om energie te sparen.
Meer naar beneden toe heb ik een naafdynamo in m'n voorwiel. Via een omvormer die in een klickfix telefoontasje op m'n voorbouw zit, zorgt die ervoor dat mijn telefoon wordt opgeladen tijdens de rit. Het was aanvankelijk een doodgewone dertienineendozijn shimano stadsfietsen dynamo met een nogal beperkte capaciteit van 2,4 watt. Ik heb er nu eentje van 3 watten dat is de maximale output want meer mag niet van de Duitse wet, dus laat je niet bedotten als ze zeggen dat andere naafdynamo's veel meer licht geven want ze zijn allemaal begrensd. Die ik had kosten 30 euro of zo en die ik nu heb iets van 70 (wat net zo duur is als de dynamo in me auto, maar die voor me fiets heb ik gratis geregeld). Omdat ik 26" wielen heb, draaien ze wat rapper rond dan wanneer je een grotere wieldiameter hebt, en een dynamo met een goeie omvormer levert ook bij lage snelheden genoeg stroom om m'n telefoon tijdens het navigeren op te laden.
Die shimano dingen werken met een cup-conus lager, dus als je voorzichtig bent en weet hoe het moet, kun je ze zelf openmaken en nakijken en eventueel de kogeltjes smeren of vervangen. Je kunt er best gekke dingen mee doen zonder dat zo'n dynamo kapot gaat. Meer over naafdynamo's en de zin en onzin ervan voor trekking staat hier.
Ik wil maximaal 20 euro voor een zadel betalen. Mijn oog was ooit bij de inmiddels gestopte lokale fietsenmaakster op de hoek gevallen op een Contec zadel. Het past presies in me zadelbudget. is lekker zacht, er zit een spleet in het midden en er stond "trekkingzadel" op. Ze zijn inmiddels helaas uit het assortiment bij Contec. Het is van kunstleder en met plastic overtrokken gelzadels zijn erg kwetsbaar voor takken en andere min of meer scherpe dingen waar je je fiets tegenaan zet, dus dat helpt.
Toen ik naar Denemarken ging had ik daarvoor al wat tochtjes met dat zadel gedaan en ik vond het niet helemaal je van het. Ik heb toen het totaal verrot gereden gelzadeltje waarmee ik het jaar tevoren mee naar Sardinië was gereden, erop gezet, want daar had ik geen klachten mee gehad. Dat was een vergissing. Ik denk doordat ik inmiddels een stuur met een bochtje had en mijn zwaartepunt meer op m'n kont rustte, was de pijn die ik uitspaarde in m'n polsen naar m'n zitvlak verplaatst.
Toen ik ergens op de terugweg een uitverkoop van een sportzaak tegenkwam, heb ik daar twee wielrenbroeken gekocht (ik ree toen helemaal nooit met wielrenbroekjes aan en nu heel af en toe) met van die zeemkussentjes, en dat was al een verademing. Maar toen ik een week later 600 km heen en terug naar Groningen fietste om er een plastic etensbord van 2 euro op te halen dat ik op de heenweg naar Skagen vergeten was, had ik toch maar voor dat S-plush Conteczadel gekozen en dat reed gewoonweg fantastisch. Dus het kan voor twee tientjes, maar je moet wel weten waar je naar op zoek bent. Hoe rechtopper je zit, hoe zachter je zadel moet zijn.
Voor de tocht naar de Oekraïne had ik een SMP zadel gemonteerd hetgeen ik voor niks had gekregen ter probering. Er stond Trek op en hij zou alleen je zitbotjes belasten. Ik had er alstukjes mee gefietst en het leek niet verkeerd. Maar op die tocht heb ik 'm er na 1000 km afgehaald want ik werd er helemaal gallies van. De fietsenmaker van dienst had een SR Wavezadel (van maar liefst 40 euro) liggen en dat werkte voor mij beter.
Houd er rekening mee dat je zadel na de winterstop nooit lekker zit door al die capucijnersmetspek die je gegeten hebt waardoor je meer gewicht op je zitbotten hebt. Je moet je reet ook infietsen voordat het zadel waar je vorig jaar lekker op reed weer lekker zit. Ren dus niet meteen naar de fietsenboer want die heeft allerlei zadels met nieuwe snufjes voor veel geld en waar je er dan een van gaat proberen omdat het lulverhaal van de verkopert je wel aanspreekt en die na 500 kilometer (als je capucijnersmetspekvet een beetje zijn ingedaald) erg lekker zitten - net als je vorige zadel dat nu dus in de kast ligt met de zadels van de jaren daarvoor.
Mijn meest recente aanschaf op zitvlakgebied is een lederen zadel want dat had ik nog niet geprobeerd. Dat ik nooit een leren zadel heb gehad, komt omdat er maar 2 merken zadels bekend zijn in de komjoenitie en dat zijn broeks en gil-les-bert-houd. De eerste is duur en kut en de tweede is nog duurder maar wel beter als de draadnagels blijven zitten. Allebei passen ze niet in me budget. Er is ook een leren toeringzadel van Lepper inmiddels en die had ik opgebeld maar dat blijkt helemaal geen leukhollandsvakmannenbedrijf meer te zijn want dat is overgenomen door Accell, dat ik een naar bedrijf vindt.
Het merk Gyes is Taiwanees en die hadden iets op iebee voor 25 euri(!) en er zit een gat in de midden zodat je als man ook eens kan ontdekken hoe dat is met een spleet tussen je benen. Ditissum:
Om te beginnen moet je naar de dekaatlon voor leervet. Je moet 'm voor je gaat inrijden even invetten. Er zijn ook mensen die dat met 10W-30 motorolie doen, maar dat is denk ik duurder. Je kunt 'm ook natmaken voordat je er mee gaat rijden, dan rij je 'm nog sneller in. Die snelle inrijmethodes komen in de praktijk de duurzaamheid niet ten goede. Leervet staat bij de dekaatlon bij de ruitersport. Een klein potje kost 4 euri en daar kan je een heel leven mee doen tenzij je gaat paardrijden, ook. Het zadel mag volgens de bijsluiter niet buiten de schaalverdeling worden gemonteerd en hij heeft dan - net als de brookszadels - de eigenaardigheid een cm of drie verder naar voren te staan dan een plastiek zadel. Op de rail van het zadel staat aangegeven tot waar je 'm mag verstellen omdat het zadelframe anders kan breken. Zadelfreembreuk is een bekend probleem bij brookszadels - waarbij overigens het hebben van een verende zadelpen met het filosofiese opschrift "post modern" een zeer belangrijke risicofactor is.
Omdat mijn kont er niet op paste - ook niet na heel veel proberen - heb ik 'm op de non-fixie gezet en nu rijdt de smurf ermee rond en die zegt dat het prima zit en hij vindt het geloof ik ook wel stoer want hij is de enige op z'n hele school met een leren zadel waar een hoesje (met de tekst 'ga toch fietsen!') overheen moet als het regent.
De bottomline is experimenteer met zadels totdat je iets hebt dat werkt. Pijnloos wordt het nooit.
Als je op weg gaat met een tentje, dan neem je ook een zaklamp mee. Dus in het kader van de vliegen en de klap kun je dan net zo goed een zaklamp kopen die je ook op je stuur kunt zetten. 's Nachts rijden op onbekend terrein is geen hobby van de meeste fietsreizigers, dus eigenlijk heb je 'm alleen nodig voor tunnels en bij mist. Ik heb zo'n ledlamp geval met een accu en er komt echt een absurde bak licht uit voor die 3 tientjes die het ding kost inclusief de twee accu's, de oplader en de stuurhouder. Je kunt ze ook veel goedkoper krijgen, nog.
M'n achterlamp is van de Humma en werkt op AA-batterijen. Omdat je je verlichting bij trekking haast nooit gebruikt, is het weinig zinvol om er veel geld aan uit te geven.
Omdat ik een hele poos midden in de nacht op me reisfiets forensde, heb ik voor weinig een Axa Blueline 30 lampje gekocht bij de AaEnWeeBeeledenwinkel dat op me naafdynamo werkt. Het is een klein kleredingetje maar er komt echt een gigantische bak licht uit - 30 lux - en dat is voor alle toepassingen ruim voldoende. Bovendien ben je met deze lampies ook - in tegenstelling tot een bepaald merk bizardure waterdichte fietslampen van Dietsche makelij - van de zijkant zeer goed zichtbaar, hetgeen ik pesoonlijk erg belangrijk vind.
Bij aanschaf van mijn Trek MTB zat de volledige Shimano Altus groep er op. Dat is ongeveer het instapmodel bij Shimano. Met minimaal onderhoud kun je daar vele duizenden kilometers probleemloos mee rondrijden. Voordat ik naar Denemarken ging heb ik een nieuwe voor- en achterderailleur en een MTB crankset 48-38-28 gekocht.
Voor 26" wielen is de standaard crankset 42-32-22 een beetje klein. Ik reed iig bijna altijd op het buitenblad op m'n eerste tocht naar Sardinië. In de praktijk blijkt dat je voor een trekkingfiets met meer dan 20 kilo bagage verzetten nodig hebt tussen de 20 en de 100 inch. Hoe je kunt uitrekenen wat je aan tandwielen nodig hebt leg ik hier onderaan uit.
Mijn versnellingsspullen komen doorgaans uit de Altus groep. Het schakelt en rijdt probleemloos; de marges waarbinnen alles blijft werken zijn groter dan bij de duurdere groepen. Ja, u leest het goed.
Met alle groepen ben je normaal gesproken na 4000 kilometer met bagage eigenlijk wel toe aan nieuwe tandwieltjes. Veel van de extra prijs die je voor de duurdere groepen betaalt, zit in gewichtsbesparing. Het is niet gezegd dat die producten daardoor ook robuuster zijn of langer meegaan. Als een achterderailleur een ijzeren kooi heeft dan kun je 'm bij beschadiging terugbuigen, maar als die van een gewichtsbesparende kunststof is, dan zal die breken.
Een ander voorbeeld daarvan is Hollowtech, twee speciale lagertjes die buiten je bracket zitten en waar een holle trapas doorheen steekt. Het principe is op zich slim, maar in de praktijk gaan ze minder lang mee dan een gewone vierkante trapas omdat ze aan de buitenzijde sterker aan de weersomstandigheden zijn blootgesteld. Lagers sneuvelen door roest, en dat is de reden dat hollowtechlagers vaker vervangen moeten worden terwijl je er ook nog eens meer geld aan kwijt bent.
Er zijn mensen die zeggen dat ze er verstand van hebben en rond dit thema roepen dat ze nog nooit een buitenboordlager op een Idworx fiets hebben hoeven vervangen. Daar zijn 2 redenen voor: bij Idworxfietsen moeten bij de beurt verplicht elk jaar die lagers uitmekaar gesloopt en ingevet en de andere reden is dat ze open kunnen omdat ze vroeger sramlagertjes gebruiken en geen shimanoos. Gerrit zou Gerrit niet zijn als hij niet een "oplossing" voor dit probleem zou bedenken dus idworksen krijgen tegenwoordig speesjaale industriebuitenlagers waarvan de meerwaarde in de praktijk nog niet helemaal bewezen lijkt.
Ik ben zelf al heel veel jaren erg tevreden tevreden met een Shimano UN55 vierkante trapas van vijftien euri of zo. [De UN55 wordt niet meer geproduceerd omdat shimano de vierkante trapassen eruit wil gooien. De vervanger is de UN300 die industrielagers heeft (i.e. kleinere ballen, sneller verrot).]
Als er meer speling komt op je ketting, wordt de afstand tussen de schakels groter. Dat is de voornaamste reden dat je tandwielen gaan uitslijten. Je kunt dat zien als je je wiel blokkeert en kracht op de trapper zet. Als de ketting omhoog kruipt op je voor of achtertandwielen is het eigenlijk tijd om ze te vervangen. Als je er een nieuwe ketting op zou leggen zonder de tandwielen te vervangen gaat de ketting overslaan op je kleine tandwielen totdat je ketting weer genoeg is ingesleten.
Je kunt de slijtage beperken door meerdere kettingen te gebruiken. Je rijdt dan met de ene 1000 kilometer en verwisselt 'm dan. Met die tweede rij je 2000 kilometer (want na 1000 kilometer is-ie net zo ver uitgerekt als de eerste, dus dan heeft het weinig zin om die andere er op te zetten). Daarna gaat de andere er weer op voor 2000 km enzovoorts. Door twee kettingen te gebruiken krijgen je tandwielen dus maar de helft van de normale slijtage voor hun kiezen. Er zijn ook mensen die voor drie kettingen kiezen.
Je kunt op deze manier de vervanging van je aandrijving fors uitstellen. Als je nu bij de fietsenmaker komt na 6000 kilometer en hij gaat naar je ketting kijken, dan zal hij zeker zeggen dat je ketting versleten is en dat je het hele spul moet vernieuwen omdat je niet alleen de ketting kunt vervangen. Daar is geen speld tussen te krijgen. Maar je kettingen zijn op dat moment perfect ingesleten op je tandwielen, ze zijn lekker soepel geworden intussen en je fiets rijdt volledig geluidloos en schakelt echt zalig op dat moment. Je kunt er dan met je twee kettingen eigenlijk nog best 2000 km lekker op woon-werken en de vervanging uitstellen tot de volgende grote tocht.
Om te voorkomen dat ik straks twee fietsen heb die helemaal hetzelfde zijn, komt op mijn nieuwe fiets Sram. Sram is begonnen als MTB merk - ze hebben onder meer ooit de draaischakelaar bedacht voor je versnellingen. Ik ga dat proberen omdat er goedkoop overjarig spul in de aanbieding was, maar ook omdat ik het idee heb dat Sram's ESP een beter schakelsysteem is dan dat van Shimano. Ik ben wel benieuwd hoe dat in de praktijk uitpakt. Op instaplevel scheelt een overjarige Sramderailleur in prijs maar weinig in vergelijking tot de oude vertrouwde Altus. Ook de remmen en cranks, weer 48-38-28, worden nu Sram, terwijl de trapas wel van Shimano blijft.
Die cranks waren trouwens wel een heel poepie duurder.
Trappers is bij mij wat de pot schaft, altijd. Ik zie er niet tegenop om ze onderweg te verwisselen. Ze variëren in prijs tussen de 2,50 en 20 euro. Met die van 2,50 ben ik tot op Sardinië gekomen, die van 20 euro kraakten al na 200 km. Ik heb recentelijk in Duitsland twee Union pedalen gekocht van het type SP-802 en als je daar goed vet in doet dan zijn ze ongehoord kwa prijs/kwaliteit verhouding. Ik ben er echt van onder de indruk want ik heb er onder de allerruigste omstandigheden mee gefietst en ze geven geen krimp en je kan kon (ze zijn niet meer te krijgen) ze voor rond de 5 euro vinden.
Ik ben nooit aan uitklikpedalen (SPD) begonnen omdat ik er voor trekking het nut niet van inzie. Op die schoenen kun je niet lekker wandelen, dus je moet altijd extra wandelschoenen meenemen. En bij het trappen zitten je voeten altijd in dezelfde positie, hetgeen ik persoonlijk niet als prettig ervaar omdat ik afhankelijk van het stijgingspercentage m'n voeten anders op de pedalen zet. M'n zadel staat doorgaans ook te laag voor mijn binnenbeenlengte. Het voordeel is dat je dan vaker van positie kan wisselen onderweg dan met een zadel dat wel op de juiste hoogte staat want dat dwingt je meer in 1 zitstand.
Hm. Voortschrijdend inzicht. Je hebt van die grote pedalen met van die pinnetjes en die zijn best handig als je veel grip denkt nodig te hebben wegens vandewegpaadjes. Je hebt ze met stalen pennetjes die mooie littekens in je scheen achterlaten als je er onzacht mee in ketakt komt, en plastieken die dat niet doen. En je hebt ze ook nog met en zonder tussenstukkie. Wacht ik maak ff een foto.
Die bovenste (Union SP-420) heeft wel een tussenstukkie en die onderste niet. Die bovenste geeft meer ondersteuning aan je voet. Ik krijg last aan me linker poot als ik het onderste model monteer. Het schijnt dat je er zelfs een ontstoken voet aan kan overhouden.
Nou zeggen jullie allemaal ik heb die documentaire van Alma van de week gezien op vimeo, en die heeft ook van die verkeerde Welgopedalen. Dat klopt, maar Alma fietst op wandelschoenen met een totaal stijve zool dus dan kan het wel. (als ik op pad zou gaan met wandelschoenen en een rugzak dan zou ik me fiets thuislaten maar wie ben ik).
Je (ik) voorkom(t) al deze ellende door gewoon een lekker klein stadsfietspedaaltje op je trekkingfiets te zetten want dan kan je je wandelschoenen gewoon thuislaten waardoor je er op de gevoelige plaat niet alleen een stuk beter uitziet maar ook een stuk lichter bent maar wie ben ik nog steeds.
Bij 26" zijn de wielen veel minder kritisch dan bij grotere maten. Ik heb met containerwielen best gekke dingen gedaan, zonder ooit een spaak te hebben gebroken of een verbogen velg te hebben gehad.Ik kreeg pas problemen toen ik een Ryde Sputnikvelg met dubbelbutted spaken met een 14 schroefdraad - in theorie ongeveer het beste wat je kan hebben op je trekkingfiets - had gespaakt en naar de Oekraïne ging. Bij het staand fietsen op steile hellingkjes brak tot twee keer toe een trekkende spaak achter aan de linkerkant op de schroefdraad in de nippel.
Dat heeft te maken met het feit dat als je wiel scheef komt te staan als je op de trappers gaat staan er een grotere axiale kracht op de spaken komt en spaken mogen eigenlijk alleen op trek belast worden. Factoren die in dat geval meespelen zijn de offset van het spaakgat - dus of de nippel netjes een rechte lijn maakt met de spaak en niet een te kleine hoek maakt met de velg, of de schroefdraad netjes in de nippel past en of de spaakspanning goed is. Een te hoge spanning vergroot de kans op spaakbreuk in de nippel terwijl een te lage spanning ertoe kan leiden dat een spaak losloopt uit de nippel en dan worden de krachten op z'n collega's groter en dan breekt-er doorgaans eentje bij de kop, dus aan de naafkant.
De spaken waren in dit geval iets te lang - hetgeen beter is dan te kort - en de spaakspanning was vrij hoog. Twee keer is scheepsrecht bij spaakbreuk op dezelfde plek - het lag dan niet aan een toevallig brakke spaak - dus ik heb dat wiel uitmekaar gehaald en er iets kortere plain 13 spaken ingezet dus nu heb ik 0.3 mm dikkere schroefdraad en de spanning is ook iets teruggedraaid en daarmee was het probleem uit de wereld.
Ik ben pas serieus naar wielen gaan kijken toen ik in een periode van een jaar twee achterassen brak. Die tweede as was een tweedehansje dat er door de fietsenmaker was ingewurmd, en hij brak op Corsica op 70 km van de dichtstbijzijnde fietsenzaak. Inmiddels maak ik zelf wielen, bij voorkeur met een Deore naaf. Ook heb ik sindsdien altijd een reserve-achteras mee, maar die heb ik nog niet nodig gehad. Afkloppen. Bottomline: ga niet reizen met bagage met een naaf die minder is dan Deore kwaliteit. (Henk van Dillen probeerde het ook richting Singapore en heeft getuige zijn verslag dezelfde ervaring).
Binnenbanden met autoventiel zijn handig en robuust. Franse ventielen zijn een recept voor ellende en een stuk lastiger op te pompen bij benzinestations. (Ik had laatst een lekke band naast een benzinestation en dat scheelt echt 20 minuten pompen en een lamme arm.) Er zijn wel verloopnippeltjes te krijgen van frans naar auto, trouwens, maar die werken niet allemaal evengoed met een benzinepomp. Wat daar in noodgevallen bij helpt, is het ventieldoppie doordemidden snijden en het onderste stuk ervan over je ventiel schuiven.
Fietstassen: ik heb me een restantje Ortlieb City laten aansmeren, denk ik achteraf. De classics zijn beter omdat je daar door een instelbare band nog wat kan spelen met wat je erbij stopt. De Cities hebben een vast volume waar je niks extra meer bij kunt proppen. Desondanks ben ik er wel tevreden over. Ze zijn hartstikke stevig en ze zijn hartstikke waterdicht; ik heb wel eens gehoord dat je fiets er mee blijft drijven, zelfs, maar dat heb ik nog niet geprobeerd. Op een dag valt je fiets om en valt een van je tassen op iets puntigs en dan helpt gaffertape aan de binnenkant. Vaude heeft als tassenmerk de neiging om de hele collectie elk jaar om te gooien ipv door te borduren op bewezen kwaliteit zoals Ortlieb dat doet. Trek je eigen conclusie.
Je kunt je bagagecapaciteit aanzienlijk verhogen door een elastisch netje aan te schaffen. Je hebt ze in motorvarianten met grote mazen en er is een fietsvariant van Cordo met kleine mazen. Ik heb die laatste, waar na een tijdje een haak vanaf sprong. Met een stukje ijzerdraad kan je dat repareren. Ik heb uiteindelijk bij een watersportwinkel 4 haken gekocht en ze preventief vervangen.
Ortliebtassen passen op dragers van verschillende diktes. Je krijgt er opvulbusjes voor de haken bij. Ik ben er inmiddels achter dat de haakjes het aluminium van je drager slopen en dat die opvulbusjes ook nog wel eens zoek willen raken onderweg. Om die reden is het handig om 2 meter oranje gasslang/zwarte benzineslang te halen bij de doehetzelfzaak/automaterialenzaak en die open te snijden en om je dragerbuisjes te doen. Je kunt de opvulbusjes dan allemaal thuislaten en je haakies rammelen ook niet meer op je drager.
O en wen het je zelf aan om elke keer dat je ergens wegrijdt te kijken of je tassen allemaal dicht zijn. Dat scheelt echt veel gedoe.
Ik heb inmiddels een nieuwe ouwe fiets gebouwd. De details in fotovorm staan hier.